Uiterste datum waarop de lijstaanvoerder de uitgaven voor verkiezingspropaganda moet aangeven aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Hij moet tevens de herkomst van de geldmiddelen aangeven alsook de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer te hebben gedaan, registreren
(NBGKWB, artikel 33, §7, derde lid).
De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen wiens rechtsgebied de gemeente gelegen is (NBGKWB, artikel 33, §7, vierde lid).
Uiterste datum waarop de politieke partijen hun verkiezingsuitgaven ten gunste van de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen moeten meedelen aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de nationale zetel van de partij is gevestigd. Ze verbinden zich ertoe bij de aangifte van hun uitgaven een aangifte betreffende de herkomst van de geldmiddelen te voegen en daarbij de identiteit de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren (Wet van 7 juli 1994, artikel 8).